Categorieën
blog

Met excuses herstel je je fout niet

Vanochtend zat ik weer na te denken over de excuses van Dilan Yesilgöz aan Douwe Bob, en dan vooral waarom die in mijn omgeving eigenlijk vooral niet geloofd wordt. “Gemaakt”, “niet echt”, “geschreven door de marketingafdeling”. En dat terwijl er toch echt een gezamenlijke verklaring is geweest met Douwe Bob.

Wat is blijven hangen zijn de originele uitspraak, de grote en harde woorden, de vlucht van Douwe Bob naar het buitenland. En daarna: “Er kwam zo’n halfslachtig ‘ik neem het terug, maar ook weer niet’. “Ja, dan weet iedereen: dit is onder druk en dat maakt het al minder geloofwaardig.”

Het gaat niet om de fout – het gaat om hoe je ermee om gaat.

Niet een goede manier om ermee om te gaan: het negeren, laten doorsudderen, hopen dat het overwaait. Je zal dan altijd een streepje hebben bij je omgeving. Een turfstreepje die je nooit meer weg krijgt. En ook een heleboel kleine krasjes kunnen uiteindelijk roest en metaalmoeheid veroorzaken.

Je kan natuurlijk op een hele beroerde manier excuses aanbieden. Zo heb je de beroemde “sorry voor de ophef”. Zo slecht waren de excuses van Yesilgöz gelukkig ook weer niet. Ook een klassieker: “het spijt me, maar…” waardoor alles voor de komma niet meer telt. Ik heb zelf wel eens een handje van overmatig gebruik van “maar”, en ben altijd dankbaar als ik erop gewezen word.

Helpt het dan om goede excuses aan te bieden? Nee, eigenlijk niet. Excuses verkleint je altijd ten opzichte van je publiek. Of dat nu één persoon is, of heel Nederland. Excuses kunnen daarom al snel voelen als niet “echt” genoeg, niet gemeend genoeg. En dat wordt erger als je niet meteen je excuses hebt aangeboden. En iemand die vijf keer sorry zegt, geloof jij toch ook niet?

Wat helpt dan wel?

Wat helpt dan wel? Als je ervan bent overtuigd dat je echt een fout hebt gemaakt, die zo goed als dat kan repareren.

Zodra je de fout ziet, stel je jezelf als eerste een positief, offensief doel. Dus niet dat je excuses wil gaan maken, of fouten van anderen wil zoeken om te vergelijken. Of nog erger: de schuld elders neerleggen. In dit geval zou bijvoorbeeld “laten zien wat mijn belangrijke waarden zijn”, of “de VVD omhoog in de peilingen” goede doelen zijn geweest. Een doel is iets waar je naar kan streven, en dan liever ergens naartoe dan ergens vandaan.

Daarna moet je zelf altijd proberen als eerste je fout naar buiten te brengen. Je kwartaalrapportage weggegooid? Wacht niet tot je baas ernaar vraagt. Weg kwijt geraakt? Ga niet een half uur doorlopen in de hoop dat je de weg weer kan terugvinden voor je partner door heeft dat jij ook niet meer weet waar het pad ligt.

In dit geval was dat misschien niet heel makkelijk, omdat de rest van de wereld eerder zag dat haar tweet fout was dan mevrouw Yesilgöz. In dat geval: wees zo vroeg mogelijk, en wacht niet tot het onhoudbaar is. En je gedwongen wordt om te reageren.

In je antwoord moet je zo snel mogelijk de werkwoordtijd veranderen. Men heeft heel erg de neiging om bij fouten in de verleden tijd te spreken. En dat is logisch, maar heeft niets met een oplossing te maken. Die valkuil hebben ze in de verklaring die is uitgegeven grotendeels vermeden, door alles in de tegenwoordige tijd te zetten: “Dilan Yesilgöz erkent…”, “In een tijd van polarisatie kiezen wij bewust voor…”, “Hiermee willen wij gezamenlijk een streep zetten…”.

In de retorica is de verleden tijd de tijd van de schuldvraag en van feiten. De tegenwoordige tijd is de tijd van de waarden en oordelen, in de ergste variant van tribalisme.

Nee, dan de toekomstige tijd. Dat is de tijd van de keuzes, van de actie. We noemen dat het politieke genre, en dat zou moeten aanspreken. Je vertelt wat je (concreet) wil gaan doen, welke stappen je gaat ondernemen om de schade te herstellen, en om dezelfde fout niet nog een keer te maken. Zo had ze bijvoorbeeld kunnen zeggen dat ze samen met Douwe Bob naar Lowlands zou gaan en samen op een podium om over het onderwerp te praten.

Naast de werkwoordtijd, moet je in je antwoord altijd uitgaan van je karakter, je geloofwaardigheid en je betrouwbaarheid. Dat doe je door te laten zien dat jij de aangewezen persoon bent om het op te lossen, door bijvoorbeeld je positie, of je vaardigheden. Je hebt zelf een hoge morele standaard, en dus heb je vooral jezelf teleurgesteld met je fout. En je laat zien hoe erg je de fout vindt: niet door dat te zeggen, door het op te lossen.

En uiteindelijk moet je ervoor zorgen dat er geen losse eindjes zijn. Niets is zo schadelijk als een mooi verhaal dat zichzelf onderuit haalt door een nieuw skelet dat later alsnog uit de kast komt.

Eigenlijk heeft mevrouw Yesilgöz in alle stappen van haar excuses het verkeerd aangepakt. Ze wachtte te lang tot ze werd gedwongen, haar doel was defensief, haar taal was niet op de toekomst gericht, en er is niets dat haar karakter, haar geloofwaardigheid onderbouwt. En overal losse eindjes, gezien de discussie die nog steeds doorgaat.

Gelukkig is ook deze fout weer iets waar ze wat van kan leren.

Pepijn Vemer

Gebaseerd op hoofdstuk 22 “Thank you for Arguing”, Jay Heinrichs.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *