Categorieën
blog Vijf Wijsheden GR2026

Je overtuigt mensen op gevoel

Wijsheid 5

Wijsheden voor de komende raadsperiode

Ik heb op veel verschillende plekken gewerkt: een universiteit, onderzoeksbureaus van divers formaat, lokale overheid. En overal waren de belangrijkste overtuigingsmiddelen rapporten, artikelen, grafieken. In de retorica noemen we dat Logos, laten we zeggen: het hoofd.

Logos zorgt ervoor dat je publiek jou kan volgen.

Tijdens een eerdere post in deze serie benoemden we al dat dit niet voldoende is. Je moet kunnen bouwen op je kern: jouw eigen normen en waarden en die delen met je publiek. Je moet communiceren in lijn met jouw diepste overtuigingen, en dat overbrengen. In de retorica noemen we dat Êthos, ofwel het hart.

Êthos zorgt ervoor dat je publiek jou wil volgen.

Maar uiteindelijk zijn dat kanten van je verhaal die iedereen weer vergeet als je van het podium afstapt. De geweldige schrijver Maya Angelou zei al:

“I’ve learned that people will forget what you said, people will forget what you did, but people will never forget how you made them feel”.

In de retorica noemen we dat Pathos, de (onder)buik. Pathos zorgt ervoor dat je publiek jou wil volgen.

De emotionele kant van communicatie laat zich niet makkelijk in regels vangen. Daar is het emotie voor. Complimenten geven om het publiek zich te laten voelen werkt tijdens de jaarlijkse vrijwilligersbarbecue, maar minder als je een rechtbank toespreekt. Woede oproepen werkt in heel goed in een politieke speech (daarom wordt het zoveel gebruikt) en roept op tot actie. Maar het is misschien een minder handige emotie als je daarna een positief verhaal wil delen.

Maar er zijn wel een paar handreikingen, die een kandidaatwethouder in het hoofd, hart en de buik moet opslaan:

  • Bondigheid: samenvatting van de belangrijkste punten;
  • Gepastheid: emoties horend bij de gelegenheid;
  • Emoties: ervaringen en verwachtingen; en
  • Call-to-action: benoemen van de volgende stap.

Bondigheid

Emotioneel raken doe je vaak aan het einde van je toespraak. Een goed gebruik is om je slot te beginnen met een duidelijke, bondige samenvatting van de belangrijkste punten. Dit zorgt dat het publiek weer mentaal op hetzelfde punt is als de spreker. Je kan een publiek niet emotioneel raken als ze nog aan het nadenken zijn over punten die eerder zijn

Uiteraard kies je voor de belangrijkste punten die overeen komen met het verhaal dat jij wil vertellen. Het is goed als je in jouw verhaal de negatieve punten benoemt, maar in je samenvatting kan dat wegblijven.

Dat betekent dus ook dat de samenvatting niet alleen bondig moet zijn, maar vooral ook goed en goed gestructureerd. Zorg daarbij dat je dezelfde volgorde aanhoudt als de rest van je verhaal. Want anders raakt het publiek de weg alsnog kwijt.

Gepastheid

Bij alles dat gezegd wordt, is gepastheid van het grootste belang: het kiezen van de juiste toon, stijl en inhoud. En dat zijn keuzes waar over nagedacht moet worden voor zowel het publiek, de locatie en de gelegenheid. Daar moet je dus vooraf over nadenken.

Kan ik hier langzaam of snel spreken? Hoe diep kan ik gaan in mijn argumentatie? Moet ik professioneel en afstandelijk overkomen, of juist een vriendelijke en intieme sfeer creëren? En welke emoties horen hier wel en niet thuis?

Hoe veel slecht vallende grappen zouden niet voorkomen kunnen worden als er even over de gelegenheid was nagedacht?

Emoties

Als je hebt gezocht naar de juiste emoties, moet je die nog aanspreken. Dat kan natuurlijk door de emoties vóór te leven, en het publiek hierin meetrekken. Een grotere kans op succes is als je weet waar de emoties van je publiek vandaan komen: uit ervaringen uit het verleden, en verwachtingen over de toekomst.

Wil je blijdschap aanzetten, dan vertel je over een vrolijke gebeurtenis die je publiek bekend voorkomt, of over het mooie plan dat we samen gaan ontwikkelen. Wil je juist een negatieve emotie benadrukken, dan herhaal je juist een vervelende gebeurtenis, of vertel je wat er gaat gebeuren als men jou niet volgt.

Call-to-action

Zelf merk ik dat de meest effectieve manier om iemand een emotie daadwerkelijk te laten doorvoelen, deze persoon ook meteen een manier te geven om de emotie te uiten. Pas dan wordt de emotie geïnternaliseerd. Dat doe je door je publiek een handelingsperspectief te geven. Je benoemt (en eventueel onderbouwt) een volgende stap, of natuurlijk stappen, die het publiek kan nemen.

“Wordt lid!”

“Sluit je aan!”

“I know that everyone here will soon be marching over to the Capitol building to peacefully and patriotically make your voices heard.”

Conclusie

We hebben in de afgelopen vijf weken een aantal wijsheden voor kandidaatwethouders gedeeld. Door deze toe te passen is ook jouw kans op een succesvolle campagne vergroot, en kan jij ook een productieve periode als lokaal bestuurder hebben.

Nog maar één stap te gaan: meld je aan voor ons Atelier “Versterk je Politieke Impact”, speciaal voor wethouderskandidaten!


Deze post is onderdeel van de reeks Wijsheden voor de komende raadsperiode, communicatie en ethisch leiderschap voor wethouders

Goed voorbereiden op je wethouderschap?
Kom op 23 of 25 september naar ons Atelier “Versterk je Politieke Impact”, speciaal voor wethouderskandidaten.
Opgeven via info@retorischleiderschap.nl.
De kosten van € 395 worden voor huidige raadsleden vaak vergoed vanuit het fractiebudget. Neem daarvoor contact op met je griffier.

Categorieën
blog Vijf Wijsheden GR2026

Structuur is wel je vriend

Wijsheid 4

Wijsheden voor de komende raadsperiode

“Bordjes zijn altijd goed.”

Elke keer als ons gezin gaat wandelen, is er minimaal één persoon die dit uitroept.

Je weet zeker dat je op het goede pad zit? Mooi: een bordje. Je wordt bevestigd in je kennis.

Je weet eigenlijk niet zo goed waar je bent? Mooi: een bordje. Nu weet je het wel.

Je bent volstrekt verdwaald, ondanks je geweldig mooie kaart, je kompas en je scherp richtingsgevoel?

Mooi: een bordje. Die gaat me helpen om de route weer terug te vinden.

Ik moet hier ook wel eens aan denken als ik de weg kwijt ben in iemands verhaal. Ik doe erg mijn best om te volgen waar het over gaat, en waar het heen gaat. “Concluderend”. Mooi: een bordje. We zijn bijna aan het einde.

Structuur is de bewegwijzering van je verhaal, die er voor zorgt dat jouw publiek jou altijd kan blijven volgen. We schreven al eens dat dat je niet moet overschatten wat je publiek weet. Als spreker heb je een enorme denkvoorsprong, en dus moet je jouw publiek de kans geven om jouw, uiteraard briljante, ideeën mentaal te kunnen verwerken en volgen. Door ze de juiste bewegwijzering te geven, help je ze daarbij.

Welke structuur gebruik je?

Welke structuur je gebruikt is nog niet eens van heel groot belang. Je hebt bijvoorbeeld de Key Point Speech. Je introduceert je verhaal, vertelt welke “key points” je gaat behandelen. Dan vertel je het verhaal, met de key points, je argumenten, anekdotes, redenen, etc. En je eindigt met te vertellen wat je net hebt verteld. Al iets spannender vind ik zelf het Standaargeschillenmodel. Dat is een model dat je mooi in je achterzak kan houden om altijd een gestructureerd verhaal te houden. Het helpt daarbij om je argumenten scherp te krijgen.

Vanuit de klassieke retorica heb je nog een heleboel andere schema’s, zoals de vijf onderdelen van een (juridische) toespraak of de indeling van Hermagoras van Temnos (Ερμαγόρας, 1e eeuw BCE) in zeven stadia. Hoe je het ook doet, het begin, midden en einde van een toespraak hebben allemaal hun eigen bestaansreden.

Het begin is voor het innemen van het publiek in de inleiding. Je publiek moet welwillend, of aandachtig, of geïnteresseerd worden. Denk hierbij terug aan je ethos-mentaliteit. In het midden moet je je publiek informeren. Dit komt ongeveer overeen met Logos als overtuigingsargument. En pathos komt goed tot zijn recht aan het einde, waar je het publiek emotioneel kan raken en eventueel oproepen tot actie.

Lees hier meer over de drie overtuigingsmiddelen ethos, logos en pathos.

In sommige omgevingen, met name in een academische setting, ligt de structuur heel erg vast. Iets als “Introduction – Methods – Results – Discussion – Conclusion”. En je merkt het meteen als iemand afwijkt. Als ze dat op een slechte manier doen, dan ben je een groot deel van je publiek heel snel kwijt. Als je het op een goede manier doet, bijvoorbeeld door je eigen bewegwijzering goed neer te zetten, kan het helpen je verhaal boven de rest te laten uitsteken.

Ik ben ooit een academische presentatie begonnen met de conclusie. Dat is namelijk wat ik wilde dat ze zouden onthouden, en dat heb ik ook letterlijk gezegd.

“Als u één ding onthoud van mijn verhaal aan het eind van dit congres, dan is het dit: …”

En daarbij: ik ben niet zo van de “spoiler warming” als het niet gaat om Sci-Fi.

Bewegwijzering

We begonnen dit verhaal met bewegwijzering. Die kan je natuurlijk heel letterlijk nemen, door dit mooi op slides achter je te projecteren. Maar liever heb ik verbale cues. Deze voelen misschien kinderachtig, en afgezaagd, maar ze helpen wel.

Een simpele

“Ik ga u vandaag drie belangrijke redenen geven, namelijk A, B en C”

en daarna A, B en C rustig uitwerken, doet wonderen. Het publiek weet wat er gaat komen, weet ook hoeveel redenen er komen, en volgen elke stap als een nieuw bordje op weg door jouw toespraak. Zeker als je ze daarna nog even herhaalt. Het letterlijk gebruiken van de volgende voorbeelden helpt ook.

“Nu we de context hebben, laten we dieper ingaan op dit onderwerp.”

“Tot zover het verhaal vanuit dit perspectief, dan ga ik nu verder vanuit een ander perspectief.”

“Concluderend.”

Naast de verbale cues, zijn is er ook niet-verbale cues. En dan vooral de pauzes. Door even rust te houden, kan je publiek het vorige stuk mentaal afsluiten en met jou de volgende stap nemen. Tel rustig in je hoofd tot vijf. Dat voelt voor jou als spreker heel erg lang, maar je publiek zal je dankbaar zijn.

Ik heb ook wel sprekers gezien die, tijdens een pauze in hun verhaal, rustig naar de andere kant van het podium liepen. Even naar een andere plek, in een andere houding, waarmee je het publiek letterlijk meeneemt naar je volgende punt. Het zijn tekenen voor jouw publiek, die -mits je ze gecontroleerd en rustig uitvoert- helpen met je verhaal.

Voorbereiding

Zoals alles bij retorica, is ook structuur afhankelijk van een goede voorbereiding. Als je jouw eigen verhaal niet hebt geordend, dan zal het ook zeker niet helpen voor je publiek. Vandaar het advies om de bovenstaande structuren, de key point speech en het standaardgeschillenmodel, altijd in je achterzak te hebben. Die kan je gebruiken om, ook als de voorbereiding relatief kort is, toch alles goed te ordenen.

Of probeer je ideeën eens langs deze patronen te ordenen.

  • Korte termijn, lange termijn
  • Verleden, heden, toekomst
  • Toename, afname
  • Oorzaak, effect

En als je er dan nog niet bent, dan had Aristoteles 3.000 jaar geleden er al 28. Daar zit voor iedereen wel wat tussen.


Deze post is onderdeel van de reeks Wijsheden voor de komende raadsperiode, communicatie en ethisch leiderschap voor wethouders

Goed voorbereiden op je wethouderschap?
Kom op 23 of 25 september naar ons Atelier “Versterk je Politieke Impact”, speciaal voor wethouderskandidaten.
Opgeven via info@retorischleiderschap.nl.
De kosten van € 395 worden voor huidige raadsleden vaak vergoed vanuit het fractiebudget. Neem daarvoor contact op met je griffier.

Categorieën
blog Vijf Wijsheden GR2026

De pers is niet je vriend

Wijsheid 3

Wijsheden voor de komende raadsperiode

Wat moet je als beginnend wethouder weten van omgaan met de pers? Wij kunnen dat van twee kanten belichten, heel handig. Pepijn was wethouder, Geert-Jan journalist bij een regionale zender.

Bestuurders willen vaak de controle houden over berichtgeving, maar dat kan niet. Onjuiste, onterechte en onwenselijke berichten in de media kun je als wethouder niet verbieden. En dat is maar goed ook, want een vrije samenleving kan niet zonder vrije pers.

De belangrijkste les is: zeg geen dingen waar je spijt van krijgt. De boodschap die je in de media wilt krijgen moet al uitgekristalliseerd zijn. Voorbereiding is dus fundamenteel, en uit de heup schieten is taboe.

Maar eerst een blokje strategische empathie. Wat wil de journalist, wat heeft hij of zij nodig? Als je dat weet kun je een productieve relatie ontwikkelen.

Journalisten willen verhalen schrijven die gelezen worden. Lezers, kijkers, luisteraars informeren. De macht (dat ben jij, ook al voelt het wel eens anders) controleren. En natuurlijk als professional en mens serieus genomen worden.

En wat ze nodig hebben is een verhaal, niet jouw overtuiging. Lever heldere, citeerbare, eerlijke teksten. Geef de journalist een verhaal dat klopt, in plaats van procestaal die ze zelf gaan vertalen. Ze houden ook ontzettend van een goede quote. Als je er een beetje in traint, dan weet je al wat de quote gaat worden, door de manier waarop je het zegt.

Een leuk, onschuldig voorbeeld lazen we onlangs in de NRC: een artikel over soloreizigers had als kop “Ik dacht dat het geflikflooi zou zijn, maar dat was het niet”. Op het moment dat iemand een prachtig woord als “geflikflooi” gebruikt met een bepaalde lading is het geheid al de kop.

Een paar praktische tips.

Het eerste dat je doet als een journalist je belt is het stellen van twee vragen. Ten eerste: “waar gaat het precies over?” en meteen daarna “wanneer moet je mijn antwoord hebben?” Een goede journalist heeft nooit jouw antwoord meteen nodig. Als dat wel zo is zijn ze zelf te laat begonnen. En jij laat je niet onder druk zetten. Dus je stelt deze vragen, bedankt hartelijk voor de informatie, hangt op met een vriendelijk “ik kom op tijd terug op de lijn, maar nu eerst wat ander werk afmaken” en daarna ga je jezelf voorbereiden. Goed voorbereiden. En de journalist dan ruim op tijd terugbellen.

Bouw vooral een relatie op met een journalist, want ook al heb je andere doelen, je wilt beiden verhalen naar buiten brengen. Dan is het handig als je elkaar makkelijk kunt vinden. Die relatie mag vriendelijk zijn, maar ga er nooit van uit dat je ze in vertrouwen kunt nemen. Want dan komt hun echte motivatie naar voren: een goed verhaal. En dat is belangrijker dan een bevriende relatie met een wethouder.

Onthoud ook dat je nooit spreekt met de journalist, je spreekt altijd met de lezer, kijker en luisteraar via de journalist. Dat kan je snel vergeten, zoals Jan Peter Balkenende in 2010 op een gênante manier deed. Je beantwoordt de vraag van de journalist zo goed mogelijk, niet omdat de journalist je die stelt, maar omdat je daarmee jouw verhaal, jouw waarden en jouw boodschap met het brede publiek kan delen.

Een journalist zal zijn of haar verhaal niet enkel baseren op wat jij zegt. Een goede journalist vraagt door, en heeft precies door waar de spannende, moeilijke en gevoelige punten liggen. Ook hier is voorbereiding van groot belang: onderzoek vooraf de zwakheden van je eigen verhaal en formuleer daar al een antwoord op. Want als een journalist de zwakke punten kan vinden, kun jij dat zeker. Blijf in je antwoord altijd bij je eigen waarden en focus je op je ethos-mentaliteit.

En als laatste: vertrouw op de mensen om je heen. Een gemeente heeft niet voor niets een afdeling communicatie. Die kan je helpen om je boodschap te ordenen. En dat allemaal zonder jezelf, en wat jij belangrijk vindt, te verliezen.


Deze post is onderdeel van de reeks Wijsheden voor de komende raadsperiode, communicatie en ethisch leiderschap voor wethouders

Goed voorbereiden op je wethouderschap?
Kom op 23 of 25 september naar ons Atelier “Versterk je Politieke Impact”, speciaal voor wethouderskandidaten.
Opgeven via info@retorischleiderschap.nl.
De kosten van € 395 worden voor huidige raadsleden vaak vergoed vanuit het fractiebudget. Neem daarvoor contact op met je griffier.

Categorieën
blog Vijf Wijsheden GR2026

Je kern is je basis

Wijsheid 2

Wijsheden voor de komende raadsperiode

In mijn tijd als wethouder had ik ooit iemand op mijn kamer die in een uur tijd drie keer herhaalde “ik doe het niet voor het geld”. De eerste keer geloofde ik hem nog. De tweede keer begon ik kriebels te krijgen. De derde keer heb ik het gesprek zo snel mogelijk afgerond. En daarna nooit meer wat met deze persoon gedaan.

Het karakter dat werd tentoongespreid kwam duidelijk niet overeen met de normen en waarden die mij definiëren. Als bestuurder is je karakter je belangrijkste en laatste bron van kracht en stabiliteit. Het is wat de oude Grieken êthos noemden en het is het totaal van je eigen normen en waarden.

Vorige week bespraken we al dat je publiek overal is. Je kunt aangesproken worden op straat, in de supermarkt, naast het sportveld. Door inwoners, raadsleden, journalisten. Dan kun je natuurlijk proberen te vertrouwen op een snelle babbel of op je dossierkennis, maar eigenlijk is êthos als basis nog veel belangrijker.

En aan je êthos kun je bewust en effectief werken.

Die eigen normen en waarden zijn de stevige fundering waar je altijd op kunt bouwen. Je voelt je er thuis, want dit is jouw terrein. Of je nu een moeilijke beslissing moet nemen of een moeilijke vraag krijgt, als je weet op welke grond je staat, sta je zekerder.

Wij noemen dat je ethos-mentaliteit: het benaderen van communicatie en leiderschap met de primaire focus op het neerzetten en houden van een positief en waar beeld van je karakter, in de ogen van het publiek. Dat betekent dat elk moment van communiceren in lijn moet zijn met jouw diepste overtuigingen.

Dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd. Maar wat betekent dat dan?

Volgens Aristoteles zit je geloofwaardigheid als spreker niet alleen in wat je zegt en hoe je publiek daarmee omgaat, maar vooral in hoe jouw karakter overkomt. En dat karakter heeft drie onderdelen: deugd, ambacht, medeleven.

In de praktijk betekent de Deugd dat je laat zien voor welke waarden je staat, en dat die dezelfde waarden zijn als het publiek. Bij een 4 mei lezing zal een spreker altijd zeggen hoe belangrijk het is om in vrijheid te leven, dat hoort bij het moment. Bij een opening van een school kan een wethouder het belang van onderwijs onderstrepen, of de kwaliteit van de schoolomgeving. Bij een vraag naar de laatste winstcijfers noemt een CEO vaak de continuïteit van het bedrijf, zelfs als die niet in het geding is.

Het element Ambacht wordt praktische wijsheid genoemd. Het publiek moet geloven dat jij als spreker het probleem kan oplossen. Dat doe je door te laten zien dat je net zo’n probleem al eerder hebt opgelost, of dat je de juiste opleiding of positie hebt. Het klinkt heel raar als een inwoner bij de inloopbijeenkomst roept dat deze wel even “die nieuwe weginrichting” gaat regelen. Maar wanneer de wethouder dat zegt dan valt het heel anders.

Het laatste element is het Belangeloos Medeleven. Het publiek moet voelen dat je het voor het publiek doet, niet voor jezelf. Want als jij de goede Deugd hebt, en het juiste Ambacht, dan ben jij natuurlijk de juiste persoon om zich in te zetten voor het publiek. Maar als dit publiek denkt dat jij het vooral voor jezelf doet, dan durven ze je echt niet te vertrouwen.

Leiders, en dus ook wethouders, moeten staan voor hun keuzes. En dat gaat een stuk makkelijker als ze die keuzes niet hebben gemaakt op drijfzand, maar hun eigen grond. Of het zand is, of klei – als het maar van jou is.

Pepijn Vemer


Deze post is onderdeel van de reeks Wijsheden voor de komende raadsperiode, communicatie en ethisch leiderschap voor wethouders

Goed voorbereiden op je wethouderschap?
Kom op 23 of 25 september naar ons Atelier “Versterk je Politieke Impact”, speciaal voor wethouderskandidaten.
Opgeven via info@retorischleiderschap.nl.
De kosten van € 395 worden vaak vergoed vanuit het fractiebudget. Neem daarvoor contact op met je griffier.

Categorieën
blog Vijf Wijsheden GR2026

Je publiek is overal

Wijsheid 1

Wijsheden voor de komende raadsperiode

Wethouder ben je 24/7. Je kunt aangesproken worden op straat, in de supermarkt, naast het sportveld. Ik wilde ooit voor een privébezoek naar het Klompenmuseum, toen ik bij de voordeur werd aangesproken door een meneer.

“Dag meneer de wethouder. Wat hier op dit kavel gebeurt – da’s een schande niet?”

Probeer dan maar eens op een goede manier te reageren. Onvoorbereid, op een gebied dat eigenlijk nét niet het mijne was, tegenover een onbekend gezicht met een wat norse uitstraling. Gelukkig kon ik me er goed uit redden, en hebben we een goed gesprek gehad. Maar het deed me wel realiseren dat je communicatievaardigheden altijd aan moeten staan. En dat je daar dus goed op moet zijn voorbereid.

Politiek bestuurders, zoals wethouders, maar ook burgemeesters, gedeputeerden en Tweede Kamerleden, moeten op elk moment helder en doeltreffend hun punt kunnen maken. Vraag van een journalist? Opmerking van iemand op straat? Directe vraag in de politieke arena? Ga er maar aan staan om daar goed op te antwoorden.

Iedereen communiceert

Of je dat nu doet door een glimlach, door een handgebaar, met woorden; aan de bar, tijdens een gezamenlijke wandeling of op een podium: vanaf zijn geboorte brengt de mens boodschappen over aan de mensen om hem heen.

Dat betekent niet dat iedereen goed communiceert. Saai taalgebruik is schering en inslag, net als onbegrijpelijke zinnen. Met zegt te veel of te weinig, men praat te kort of te lang. Soms hoor of zie je woorden, kleding en grappen die niet passen bij de situatie. Jargon of afkortingen, straattaal of elitair taalgebruik, zonder door te hebben dat de andere kant van de tafel die niet begrijpt. Of er een andere betekenis aan geeft.

En als je dan toch communiceert, dan is het maar beter dat ook goed te doen.

Pepijn Vemer


Deze post is onderdeel van de reeks Wijsheden voor de komende raadsperiode, communicatie en ethisch leiderschap voor wethouders

Goed voorbereiden op je wethouderschap?
Kom op 23 of 25 september naar ons Atelier “Versterk je Politieke Impact”, speciaal voor wethouderskandidaten.
Opgeven via info@retorischleiderschap.nl.
De kosten van € 395 worden vaak vergoed vanuit het fractiebudget. Neem daarvoor contact op met je griffier.